vrijdag 6 juli 2012
Alle bijeenkomsten
THEMABIJEENKOMST 1
Wat weet je over het onderwerp?
Ieder kind is anders, uniek en heeft andere behoeften. Zo heeft ook ieder kind een eigen leerstijl nodig met de daar bij behorende hulp. Als leerkracht zorg je daarvoor zodat het kind zich goed kan ontwikkelen.
Wat verwacht je van dit onderwerp?
Ik verwacht te leren hoe je moet omgaan met verschillende kinderen met verschillende behoeften. Hoe moet je als leerkracht hier mee om gaan? Hoe kan je ieder op zijn kwaliteiten een aan zijn behoeften tegemoet komen?
Welke begrippen ken je al?
- Handelingsplan, 1- zorgroute.
Ik verwacht te leren hoe je moet omgaan met verschillende kinderen met verschillende behoeften. Hoe moet je als leerkracht hier mee om gaan? Hoe kan je ieder op zijn kwaliteiten een aan zijn behoeften tegemoet komen?
Welke begrippen ken je al?
- Handelingsplan, 1- zorgroute.
Heb je een bepaalde mening gevormd
omtrent het genoemde onderwerp?
Ieder kind is uniek en moet dat op zijn manier kunnen zijn.
Welke relevante literatuur heb je al gelezen over dit onderwerp?
Praktijkboek leerlingenzorg en Van alles wat mee nemen
Wat verwacht je dat je eigen inbreng zal zijn tijdens het project in zijn geheel en zijn stage?
Ik wil op mijn stage om kunnen gaan met de verschillende leerbehoeften in de klas. Ik wil dit leren om op zo’n goed en compleet mogelijke manier te doen.
Wat weet je nog van de 1- zorgroute dat eerder al in het thema ‘Hersenen in actie’ aan orde is gekomen.
Hierin maak je een plan over het extra begeleiden van een kind. Hoe je dit gaat doen, wanneer en wat staat er in.
Ieder kind is uniek en moet dat op zijn manier kunnen zijn.
Welke relevante literatuur heb je al gelezen over dit onderwerp?
Praktijkboek leerlingenzorg en Van alles wat mee nemen
Wat verwacht je dat je eigen inbreng zal zijn tijdens het project in zijn geheel en zijn stage?
Ik wil op mijn stage om kunnen gaan met de verschillende leerbehoeften in de klas. Ik wil dit leren om op zo’n goed en compleet mogelijke manier te doen.
Wat weet je nog van de 1- zorgroute dat eerder al in het thema ‘Hersenen in actie’ aan orde is gekomen.
Hierin maak je een plan over het extra begeleiden van een kind. Hoe je dit gaat doen, wanneer en wat staat er in.
Leerdoelen periode 3
- Omgaan met verschillen.
- Leren werken met plannen.
- Meer achtergrondinformatie weten.
- Omgaan met verschillen.
- Leren werken met plannen.
- Meer achtergrondinformatie weten.
THEMABIJEENKOMST 2
Wat verwachtte je te leren?
Ik verwachtte tips om aan behoeften van leerlingen te kunnen voldoen. Hoe herken je ze en hoe ga je er mee om?
Is deze verwachting uit gekomen?
Ja duidelijk.
Wat ga je hiermee doen in je stage?
Goed opletten welke behoeften de kinderen hebben en kijken hoe ik daar het best mee om kan gaan.
Wat verwachtte je te leren?
Ik verwachtte tips om aan behoeften van leerlingen te kunnen voldoen. Hoe herken je ze en hoe ga je er mee om?
Is deze verwachting uit gekomen?
Ja duidelijk.
Wat ga je hiermee doen in je stage?
Goed opletten welke behoeften de kinderen hebben en kijken hoe ik daar het best mee om kan gaan.
THEMABIJEENKOMST 3
Wat verwachtte je te leren?
Ik verwachtte te leren hoe je met verschillen om kunt gaan.
Ik verwachtte te leren hoe je dat bij verschillende leerlingen tegelijk kunt doen.
Ik verwachtte te leren hoe je problemen kunt herkennen en labelen.
Is deze verwachting uitgekomen?
Niet geheel aan mijn verwachtingen, maar wel heel veel geleerd over problemen van kinderen en hoe je hier mee om gaat. We hebben ook geleerd hoe je een tijdsteekproef moet doen.
Wat verwachtte je te leren?
Ik verwachtte te leren hoe je met verschillen om kunt gaan.
Ik verwachtte te leren hoe je dat bij verschillende leerlingen tegelijk kunt doen.
Ik verwachtte te leren hoe je problemen kunt herkennen en labelen.
Is deze verwachting uitgekomen?
Niet geheel aan mijn verwachtingen, maar wel heel veel geleerd over problemen van kinderen en hoe je hier mee om gaat. We hebben ook geleerd hoe je een tijdsteekproef moet doen.
Wat ga je hiermee doen in je stage?
Een tijdsteekproef proberen te doen.
Een tijdsteekproef proberen te doen.
THEMABIJEENKOMST 4
Wat verwachtte je te leren?
Hoe je moet werken met een handelingsplan.
Is deze verwachting uitgekomen?
Ja. Er zijn verschillende dingen die je moet doen om een handelingsplan op te stellen. Je loopt eerst een aantal fases door. Dit is allemaal helder uitgelegd.
Wat ga je hiermee doen in je stage?
Aan mijn mentor een handelingsplan vragen. Kijken hoe zij dit invult en waar zij op let. Misschien zijn er wel verschillen die zij heeft, of tips die ze me kan geven.
Wat verwachtte je te leren?
Hoe je moet werken met een handelingsplan.
Is deze verwachting uitgekomen?
Ja. Er zijn verschillende dingen die je moet doen om een handelingsplan op te stellen. Je loopt eerst een aantal fases door. Dit is allemaal helder uitgelegd.
Wat ga je hiermee doen in je stage?
Aan mijn mentor een handelingsplan vragen. Kijken hoe zij dit invult en waar zij op let. Misschien zijn er wel verschillen die zij heeft, of tips die ze me kan geven.
THEMABIJEENKOMST 5 + 6 KLINISCH ASSESMENT
Wat verwachtte je te leren van het klinisch assesment?
Heel veel! Dit was een erg goede opdracht omdat dit in de praktijk ook zo kan gaan. Ik wist alleen niet zo goed wat ik concreet kon verwachten.
Wat verwachtte je te leren van het klinisch assesment?
Heel veel! Dit was een erg goede opdracht omdat dit in de praktijk ook zo kan gaan. Ik wist alleen niet zo goed wat ik concreet kon verwachten.
Wat heb je geleerd?
Dat het heel belangrijk is om je klassenmap op orde te hebben. Sorteer je gegevens goed, zorg dat je altijd up to date bent. Je weet nooit wanneer een ouder naar je toe komt met vragen. Zorg dat je van alles op de hoogte bent.
Dat het heel belangrijk is om je klassenmap op orde te hebben. Sorteer je gegevens goed, zorg dat je altijd up to date bent. Je weet nooit wanneer een ouder naar je toe komt met vragen. Zorg dat je van alles op de hoogte bent.
Toepassingskaart 6, Observatie leerprobleem.
OBSERVATIE
LEERPROBLEEM (TIJDSTEEKPROEF)
TOEPASSINGSKAART 6 BIJ DIVERSITEIT – THEMABIJEENKOMST 3
TOEPASSINGSKAART 6 BIJ DIVERSITEIT – THEMABIJEENKOMST 3
Leerling D.
Beginsituatie: D zoekt in de kring veel contact met klasgenootjes, is gauw afgeleidt. Kijkt druk om zich heel naar dingentjes die hij in zijn broekzak kan stoppen. Tijdens het werken is D weinig van de tijd
Tijdsteekproef:
Observatie rekenactiviteit ijdens kring
- 21 x T = 40 %
- 14 x D = 31 %
- 8 x CM = 18 %
- 1 x CL = 2 %
- 1 x O = 2 %
Observatie knutselles (zelfstandig)
- 9 x T = 10 %
- 11 x D = 13 %
- 13 x CM = 15 %
- 3 x CL = 4 %
- 6 x O = 7 %
D is tijdens de rekenactiviteit toch het meest taakgericht bezig. Maar hij is bijna even vaak aan het dagdromen. Ik wil dat D dus actiever met de les mee doet. Tijdens de rekenactiviteit zie ik dat hij doet wat er van hem gevraagd wordt, maar hij zal niet eens zijn vinger op steken om wat te zeggen.
Of hij bewust goed mee doet en gewoon niks zegt, of dat hij andere leerlingen gewoon na doet weet ik niet.
- D meer betrekken bij de opdracht door hem vaker te prikkelen en door vragen te stellen.
Tijdens de volgende les zal ik proberen om D meer te prikkelen om zelf zijn vinger op te steken of om wat te zeggen. Ik zal vragen waarvan ik weet dat hij het antwoord weet aan D proberen te stellen.
Eindobservatie
- 17 x T = 38 %
- 2 x D = 5 %
- CM x 6 = 14 %
- CL x 10 = 22 %
- O x 10 = 22 %
Beginsituatie: D zoekt in de kring veel contact met klasgenootjes, is gauw afgeleidt. Kijkt druk om zich heel naar dingentjes die hij in zijn broekzak kan stoppen. Tijdens het werken is D weinig van de tijd
Tijdsteekproef:
Observatie rekenactiviteit ijdens kring
- 21 x T = 40 %
- 14 x D = 31 %
- 8 x CM = 18 %
- 1 x CL = 2 %
- 1 x O = 2 %
Observatie knutselles (zelfstandig)
- 9 x T = 10 %
- 11 x D = 13 %
- 13 x CM = 15 %
- 3 x CL = 4 %
- 6 x O = 7 %
D is tijdens de rekenactiviteit toch het meest taakgericht bezig. Maar hij is bijna even vaak aan het dagdromen. Ik wil dat D dus actiever met de les mee doet. Tijdens de rekenactiviteit zie ik dat hij doet wat er van hem gevraagd wordt, maar hij zal niet eens zijn vinger op steken om wat te zeggen.
Of hij bewust goed mee doet en gewoon niks zegt, of dat hij andere leerlingen gewoon na doet weet ik niet.
- D meer betrekken bij de opdracht door hem vaker te prikkelen en door vragen te stellen.
Tijdens de volgende les zal ik proberen om D meer te prikkelen om zelf zijn vinger op te steken of om wat te zeggen. Ik zal vragen waarvan ik weet dat hij het antwoord weet aan D proberen te stellen.
Eindobservatie
- 17 x T = 38 %
- 2 x D = 5 %
- CM x 6 = 14 %
- CL x 10 = 22 %
- O x 10 = 22 %
Contact met de leerkracht is meer geworden omdat ik meer aan
D heb gevraagd, hij heeft daarom ook even vaak rondgelopen om het antwoord aan
mij te komen brengen of om van de tafel te halen. D is nu ook meer taakgericht!
Normaal zou ik nooit zo op een kind focussen, maar ik zie nu wel wat voor
resultaat dit zelfs bij D heeft gebracht.
Abonneren op:
Posts (Atom)