OBSERVATIE
LEERPROBLEEM (TIJDSTEEKPROEF)
TOEPASSINGSKAART 6 BIJ DIVERSITEIT – THEMABIJEENKOMST 3
TOEPASSINGSKAART 6 BIJ DIVERSITEIT – THEMABIJEENKOMST 3
Leerling D.
Beginsituatie: D zoekt in de kring veel contact met klasgenootjes, is gauw afgeleidt. Kijkt druk om zich heel naar dingentjes die hij in zijn broekzak kan stoppen. Tijdens het werken is D weinig van de tijd
Tijdsteekproef:
Observatie rekenactiviteit ijdens kring
- 21 x T = 40 %
- 14 x D = 31 %
- 8 x CM = 18 %
- 1 x CL = 2 %
- 1 x O = 2 %
Observatie knutselles (zelfstandig)
- 9 x T = 10 %
- 11 x D = 13 %
- 13 x CM = 15 %
- 3 x CL = 4 %
- 6 x O = 7 %
D is tijdens de rekenactiviteit toch het meest taakgericht bezig. Maar hij is bijna even vaak aan het dagdromen. Ik wil dat D dus actiever met de les mee doet. Tijdens de rekenactiviteit zie ik dat hij doet wat er van hem gevraagd wordt, maar hij zal niet eens zijn vinger op steken om wat te zeggen.
Of hij bewust goed mee doet en gewoon niks zegt, of dat hij andere leerlingen gewoon na doet weet ik niet.
- D meer betrekken bij de opdracht door hem vaker te prikkelen en door vragen te stellen.
Tijdens de volgende les zal ik proberen om D meer te prikkelen om zelf zijn vinger op te steken of om wat te zeggen. Ik zal vragen waarvan ik weet dat hij het antwoord weet aan D proberen te stellen.
Eindobservatie
- 17 x T = 38 %
- 2 x D = 5 %
- CM x 6 = 14 %
- CL x 10 = 22 %
- O x 10 = 22 %
Beginsituatie: D zoekt in de kring veel contact met klasgenootjes, is gauw afgeleidt. Kijkt druk om zich heel naar dingentjes die hij in zijn broekzak kan stoppen. Tijdens het werken is D weinig van de tijd
Tijdsteekproef:
Observatie rekenactiviteit ijdens kring
- 21 x T = 40 %
- 14 x D = 31 %
- 8 x CM = 18 %
- 1 x CL = 2 %
- 1 x O = 2 %
Observatie knutselles (zelfstandig)
- 9 x T = 10 %
- 11 x D = 13 %
- 13 x CM = 15 %
- 3 x CL = 4 %
- 6 x O = 7 %
D is tijdens de rekenactiviteit toch het meest taakgericht bezig. Maar hij is bijna even vaak aan het dagdromen. Ik wil dat D dus actiever met de les mee doet. Tijdens de rekenactiviteit zie ik dat hij doet wat er van hem gevraagd wordt, maar hij zal niet eens zijn vinger op steken om wat te zeggen.
Of hij bewust goed mee doet en gewoon niks zegt, of dat hij andere leerlingen gewoon na doet weet ik niet.
- D meer betrekken bij de opdracht door hem vaker te prikkelen en door vragen te stellen.
Tijdens de volgende les zal ik proberen om D meer te prikkelen om zelf zijn vinger op te steken of om wat te zeggen. Ik zal vragen waarvan ik weet dat hij het antwoord weet aan D proberen te stellen.
Eindobservatie
- 17 x T = 38 %
- 2 x D = 5 %
- CM x 6 = 14 %
- CL x 10 = 22 %
- O x 10 = 22 %
Contact met de leerkracht is meer geworden omdat ik meer aan
D heb gevraagd, hij heeft daarom ook even vaak rondgelopen om het antwoord aan
mij te komen brengen of om van de tafel te halen. D is nu ook meer taakgericht!
Normaal zou ik nooit zo op een kind focussen, maar ik zie nu wel wat voor
resultaat dit zelfs bij D heeft gebracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten